Alleen als jezelf, ben je écht op je best
“Ik wil graag dat we als maatschappij neurodiversiteit omarmen, zodat de generaties na ons niet jaren in de ziektewet hoeven te zitten omdat ze zichzelf niet konden zijn op hun werk.”
Ik zit met mijn vriendin op de bank en ik stel haar een vraag. Nog voor ze een volledig antwoord heeft kunnen geven, heb ik haar zin al afgemaakt en de tweede vraag gesteld. We lachen, en ik maak een gebaar alsof ik mijn mond op slot doe. Daarna leg ik mijn hand op mijn mond, omdat deze handeling me oprecht helpt om niet voor mijn beurt te praten. Ik ben zo dankbaar dat ze begrijpt wat er in mij omgaat, en dat ze begrijpt dat ik dit niet expres doe. Ik hoef niet bang te zijn dat ze boos op me wordt.
In het begin van onze relatie hebben we al snel besproken dat ik niet over een neurotypisch brein beschik. Ik ben daar graag open over omdat ik 100% mezelf wil kunnen zijn bij de mensen die het dichtst bij me staan. En iemand die net als ik geen neurotypisch brein heeft, begrijpt mijn gedachtegang, gedrag en gevoel toch wat beter dan iemand die wel neurotypisch is.
ADHD op de werkvloer
Ik heb bijvoorbeeld in de afgelopen jaren gerealiseerd dat ‘jezelf zijn’ op de werkvloer, waar in stilte neurotypisch gedrag wordt verwacht, niet altijd zo makkelijk gaat als je ADHD hebt. Als jij je baas, collega of zelfs opdrachtgever onderbreekt omdat je een spontaan idee hebt dat ogenschijnlijk losstaat van het huidige onderwerp, wordt dat je niet echt in dank afgenomen. De tweede, derde of tiende keer vinden mensen het al helemaal niet leuk meer. Het leidt af en het creëert chaos. En dat klopt natuurlijk! Ik vind het zelf ook niet leuk als ik midden in een verhaal onderbroken word. In mijn geval is dat niet alleen omdat ik me dan niet gehoord voel, maar omdat ik heel snel de draad van mijn verhaal kwijt ben. In een professionele omgeving kan ik daar nogal onzeker van worden. Dan vraag ik me af of mensen me dom vinden, want anderen raken niet zo snel afgeleid als ik, lijkt het. Ik probeer me daarom zo ‘neurotypisch’ mogelijk te gedragen in een professionele setting. Daarmee voorkom ik geïrriteerde blikken en mogelijk gezucht. En het daarbij komende gevoel van afwijzing.
Wie je bent, trek je aan
Bij mijn vriendin, familie en vrienden is dat anders. Uiteraard behandel ik ze allemaal met respect hoor, ik denk er echt om dat ik iedereen genoeg ruimte geef om diens verhaal te doen. Mindfulness heeft me enorm geholpen om een tel te pauzeren voor ik zeg wat ik denk. Zo heb ik mezelf geleerd te luisteren om het luisteren, en niet om te reageren. Ik wil dat mijn geliefden weten dat ik écht geïnteresseerd in ze ben. Tegelijkertijd merk ik dat bijna iedereen in mijn directe omgeving (een vorm van) ADHD heeft, en dat is erg fijn. Het is niet iets wat ik bewust gekozen heb, gek genoeg. Ik heb door de jaren heen opgemerkt dat je elkaar automatisch aantrekt omdat je je kan verplaatsen in elkaars denkwijze. Wanneer ik mijn vrienden toch eens uit enthousiasme onderbreek, weten ze als geen ander dat dit niks met desinteresse te maken heeft. Het betekent juist dat ik zo opga in hun verhaal dat ik er aan mee wil doen. Ik kan bij mijn inner circle gewoon zijn zoals ik ben. Als ik bij ze ben voel ik me even niet zo snel afgewezen, geen buitenbeentje, geen ADHD’er. Dan hoeft mijn brein niet constant op volle toeren te draaien omdat ik elke situatie tot in den treure analyseer. Luister ik wel genoeg? Ben ik niet aan het verhaal van de ander voorbij gegaan? Moet ik nog even een stap terugnemen om ervoor te zorgen dat iedereen begrijpt wat ik uitleg? Ben ik te bot? Ben ik juist niet duidelijk genoeg?En als ik op een slechte dag mezelf toch in twijfel trek, kan ik het bij mijn vrienden, familie en vriendin gelijk aankaarten. Ze begrijpen waarom ik soms aan mezelf twijfel, want dat doen zij op dezelfde manier ook.
Perfectionistische ADHD’er
Binnenkort ga ik de arbeidsmarkt weer op nadat ik een hele tijd thuis heb gezeten met burn-out klachten. Dat vind ik best spannend, want de grootste oorzaak van mijn burn-out is perfectionisme. En dan niet dat ‘mijn-grootste-zwakte-is-perfectionisme‘ gejengel wat je tijdens een sollicitatiegesprek als zwakke punt benoemt, maar ‘echt-alles-goed-moeten-doen-omdat-ik-bang-ben-afgewezen-te-worden-perfectionisme’. Ik ben bang dat ik te dromerig, te bot, te vergeetachtig of te laks overkom als mijn brein tijdens het werk niet op volle toeren draait. Bang dat ik mensen te vaak onderbreek als ik mezelf niet van 08:00 – 17:00 op scherp stel. Werken kost mij daarom heel veel energie. Niet vanwege het werk zelf maar vanwege alle sociale interacties, sociale controle en waardering of juist afkeuring die ermee gepaard gaat.
Ik was me nooit zo bewust van dit gedrag voor ik in de ziektewet kwam. Ik dacht dat iedereen zo hard eraan moest trekken om normaal te functioneren. Dat is dan weer het nadeel van vrijwel alleen omgaan met andere neurodiverselingen; al mijn vrienden hebben op een bepaald punt dit perfectionistische gedrag ervaren. Maar wanneer we bij elkaar zijn? Dan mag alles. Alles is oké. Als een vriend van me zegt: ‘sorry, ga ik teveel van de hak op de tak?’ is mijn antwoord standaard ‘nee’. Ik kan het volgen, ik heb liever dat hij snel praat en vlug van het ene naar het andere verhaal gaat, want dan hoef ik geen moeite te doen mijn aandacht erbij te houden. Hij houdt het dynamisch en dat werkt perfect voor mijn brein. Als mijn vriendin een lang verhaal vertelt waarvan het lijkt dat er geen rode draad in zit ben ik gelukkig. Dat betekent namelijk dat ze bij mij haar best niet hoeft te doen om ‘logisch’ over te komen. Als ze me dan vraagt: ‘Kan je me wel volgen?’ is mijn antwoord standaard ‘ja’. Ik kan haar volgen. Ik begrijp welke associaties zij maakt in haar hoofd. Ik heb geen details nodig, alleen context.
De wereld veranderen begint bij jezelf
Met enige regelmaat vergeet ik dat in deze punten ook kracht zitten, zelfs (of misschien juist) in een professionele omgeving. Ik en mijn mede-ADHD’ers begrijpen snel het verhaal achter het verhaal, weten door ons associatieve denkvermogen en optimisme altijd oplossingen te bedenken, en persoonlijk creëer ik voor anderen heel snel een gevoel van veiligheid. Ze mogen zichzelf zijn bij mij, want ik weet hoe het is om je anders te voelen. ‘Anders zijn’ vind ik niet erg, maar in de professionele sferen wordt het nog niet altijd op waarde geschat. Ik hoop dat hier snel verandering in komt. Ik werk aan mijn perfectionisme, zodat ik mijn zelfwaardering en -acceptatie als fundament kan inzetten voor mijn verdere loopbaan. Daarmee hoop ik niet alleen impact te maken op mezelf, maar ook op de arbeidsmarkt. Ik wil werkgevers laten zien dat mijn kracht niet schuilt in neurotypisch proberen te zijn of in mijn aanpassingsvermogen, maar juist in het feit dat ik dingen anders benader dan een ander. Ik wil graag dat we als maatschappij aan de slag gaan om neurodiversiteit te omarmen, zodat de generaties na ons niet jaren in de ziektewet hoeven te zitten omdat ze zichzelf niet konden zijn op hun werk.
NB: de term ADHD’ers wordt in deze tekst als overkoepelend begrip voor alle subtypes van ADHD gebruikt.