Mensen schatten mij vaak lager in door mijn TOS

“Meerdere keren werd me verteld dat ik maximaal MBO-1 zou kunnen volgen,  terwijl mijn IQ 111 is.”

 

Jessica Huttinga, 24 jaar, heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS), maar laat zich hierdoor niet tegenhouden om het onmogelijke mogelijk te maken. “Meerdere keren werd me verteld dat ik maximaal MBO-1 zou kunnen volgen – terwijl mijn IQ 111 is – omdat alles boven dat niveau te theoretisch voor mij zou zijn. Inmiddels heb ik zelfs een MBO-3 opleiding binnen 1,5 jaar afgerond en ben ik doorgegaan met een MBO-4 opleiding.”

Wat is TOS?

Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis, wat betekent dat de hersenen taal minder goed kunnen verwerken. Hierdoor kan het lastig zijn om taal te begrijpen of te uiten. De taal- en spraakontwikkeling verloopt anders dan bij leeftijdsgenoten en de oorzaak is niet te herleiden naar bijvoorbeeld hersenletsel, gehoorproblemen, lage intelligentie, gehoorverlies of een beperkt taalaanbod. Bij een taalachterstand is de oorzaak vaak bekend en kinderen met een achterstand kunnen deze wel inhalen, terwijl kinderen met TOS hun hele leven moeite zullen blijven houden met taal. De omgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Ongeveer 5 tot 7% van de vierjarigen heeft TOS, het is de meest voorkomende ontwikkelingsstoornis, ondanks dat het weinig bekend is.

Uitstroomprofiel

Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) volgen doorgaans cluster 2 onderwijs, dat speciaal gericht is op dove of slechthorende leerlingen en leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis. Het kan echter gebeuren dat ze na verloop van tijd niet langer in aanmerking komen voor dit onderwijs, omdat hun niveau voldoende is om naar het regulier onderwijs door te stromen, mits ze daar mee kunnen komen. Op 12-jarige leeftijd kunnen ze doorstromen naar het VMBO, eventueel met aanvullende ondersteuning vanuit het cluster 2 onderwijs.

De meeste jongeren met TOS stromen door naar een praktijkschool of het vmbo-bb. Een andere mogelijkheid is het voortgezet speciaal onderwijs (VSO), waar ze tot hun 20ste onderwijs kunnen volgen. Vanuit het VSO kunnen drie uitstroomprofielen gekozen worden: vervolgonderwijs, arbeid of dagbesteding. In overleg met de school kan een richting worden gekozen, waarbij vervolgonderwijs meestal uitkomt op MBO-1, het niveau dat de meeste studenten met TOS volgen. Soms proberen ze MBO-2, maar dit blijkt vaak niet haalbaar vanwege de ernst van hun taalproblemen en de eisen die aan de opleiding worden gesteld.

Er zijn slechts enkele studenten met TOS die MBO-3 proberen, en nog minder die MBO-4 proberen. Het volgen van havo of hbo is in de meeste gevallen niet realistisch voor deze groep, gezien de taalbeperkingen die TOS met zich meebrengt.

Maar waarom is dat zo?

De meeste jongeren met TOS hebben een meer praktische dan theoretische aanleg, doordat ze de taal vaak moeilijk begrijpen en daardoor de lesstof niet goed kunnen volgen. Ze ervaren problemen met lezen, het begrijpen van informatie, een te snelle informatieverwerking en een beperkte woordenschat. Onderzoeken hebben aangetoond dat jongeren en volwassenen met TOS gemiddeld een lagere opleiding hebben dan hun leeftijdsgenoten zonder TOS.

Taalrijke omgeving

Een omgeving rijk aan taal en woorden biedt het kind de mogelijkheid om via verschillende mensen in zijn of haar omgeving zowel gesproken als geschreven taal te leren kennen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van praten, luisteren, lezen, zingen en rijmspelletjes. Voor kinderen met TOS is interactie in het Nederlands belangrijk voor het uitbreiden van hun woordenschat, maar voor de algemene taalontwikkeling is elke vorm van interactie van betekenis.

Een goede taalbeheersing is essentieel voor je toekomstmogelijkheden. Het gaat om het vermogen om te luisteren, spreken, lezen en schrijven op een begrijpelijke manier. De mate van taalvaardigheid beïnvloedt niet alleen je kansen op onderwijs en werk, maar is ook van groot belang voor je dagelijkse communicatie. Als je moeite hebt met het begrijpen van de taal die je dagelijks tegenkomt, kan dit problematisch zijn. Het kan ervoor zorgen dat je bijvoorbeeld geen CV kunt maken, brieven van de overheid niet kunt lezen of de krant niet kunt begrijpen. Onze samenleving wordt steeds complexer, en (geschreven) taal is een belangrijke tool om hiermee om te gaan.

NOS Journaal in Makkelijke Taal

Sinds 9 september is het NOS Journaal begonnen met een nieuwe tv-uitzending. Deze is speciaal bedoeld voor mensen die het nieuws moeilijk kunnen volgen, zoals jongeren en volwassenen met TOS. Vaak worden er ingewikkelde woorden gebruikt die niet begrijpelijk zijn voor deze doelgroep, of die ze niet dagelijks gebruiken. Dit maakte het reguliere journaal lastig voor hen. In het Journaal in Makkelijke Taal wordt rustig gepraat en worden moeilijke woorden vermeden, zodat het voor de doelgroep makkelijker te begrijpen is. Maar is dit werkelijk de beste oplossing?

Ik ben het daar niet mee eens. Veel jongeren en volwassenen met TOS hebben al een beperkte woordenschat en het nieuws volgen zonder gebruik van moeilijke woorden helpt volgens mij niet om die woordenschat te vergroten. In plaats van moeilijke woorden te vermijden, zou je ze beter kunnen uitleggen, zodat de betekenis duidelijk wordt. Op die manier kan de doelgroep nieuwe woorden leren, wat hun woordenschat helpt ontwikkelen. Dit heeft uiteindelijk een positieve invloed op hun toekomstmogelijkheden en dagelijkse communicatie, doordat hun taalbeheersing verbetert.

Vooroordelen

In de afgelopen 20 jaar zijn de vooroordelen rondom taalontwikkelingsstoornis (TOS) weinig veranderd. Er zijn nog steeds veel instanties, werkgevers en bedrijven die nooit van deze diagnose hebben gehoord, ondanks het feit dat TOS de meest voorkomende ontwikkelingsstoornis is.

Op het speciaal onderwijs heb ik, vanwege mijn taalproblemen, een psychologisch onderzoek ondergaan. Daaruit bleek dat ik een IQ van 111 heb, ondanks mijn TOS. Het gemiddelde IQ ligt tussen de 90 en 110, met een norm van 100. Dit betekent dat een taalontwikkelingsstoornis niets te maken heeft met je intelligentie. Voor mij was een taalrijke omgeving dan ook van cruciaal belang. Door steeds nieuwe woorden te leren, kon ik mijn woordenschat geleidelijk uitbreiden en die woorden uiteindelijk gebruiken. Nog altijd leer ik dagelijks nieuwe, complexe woorden, iets wat waarschijnlijk niet het geval zou zijn als ik niet in zo’n omgeving was opgegroeid.

In mijn geval word ik nog dagelijks geconfronteerd met het feit dat men denkt dat mijn TOS zo ernstig is dat een reguliere mbo-opleiding voor mij niet haalbaar zou zijn. De enige optie voor mij was een opleiding op maximaal MBO-1 en eventueel uitbereiding naar MBO-2, omdat alles boven dat niveau te theoretisch voor mij zou zijn en ik dit vanwege mijn TOS waarschijnlijk niet zou kunnen begrijpen. Dit is slechts één voorbeeld van veel situaties waarin mensen niet weten wat een TOS precies inhoudt. Ja, ik heb een taalontwikkelingsstoornis en soms ondervind ik hierin ook taalproblemen, maar dat betekent niet dat ik weinig intelligentie heb – het tegendeel is waar!

Het is inmiddels zelfs zo dat ik mijn niveau 3-diploma in slechts 1,5 jaar heb behaald. Dit was een Allround Hospitality-opleiding, waarbij ik als visitekaartje van het bedrijf fungeerde. Ik liep stage in de horeca, zowel in de front- als backoffice en bij evenementen – iets waar je waarschijnlijk niet meteen aan zou denken bij iemand met taal-/spraakproblemen. Het mooiste is dat ik zelfs een werkaanbod heb gekregen, maar ik heb ervoor gekozen door te gaan met een vervolgopleiding op leidinggevend niveau 4. Dit is iets waar anderen misschien niet in mij hadden geloofd, maar het is juist datgene wat ik graag wil laten zien. Ik ben altijd in mezelf blijven geloven, en dat heeft me gebracht tot waar ik nu sta in het leven!

Meer van Jessica Huttinga? Volg haar op Facebook en Instagram en check haar Website.

X