Wie ben ik?
“ Afscheid nemen van wie ik dacht dat ik moest zijn, naar wie ik ben, maar zelden liet zien. ”

Wie ben ik?
Die vraag houdt me al een tijdje bezig. Ik ben namelijk een ster in mezelf wegcijferen en leef al jaren naar wat ik denk dat de verwachting is, waardoor ik mijn eigen behoeften compleet vergat.
Door een onveilige werksituatie moest ik eraan geloven. Het begon met burn-outklachten en PTSS, waarna een depressie werd vastgesteld. Met EMDR en therapie ging het met vlagen beter, al bleef er op de achtergrond iets borrelen. Dit is de versimpelde versie van mijn verhaal – je begrijpt dat het in therapie allang niet meer alleen ging over het incident op werk. Mijn hele leven kwam voorbij. EMDR hielp; paniekaanvallen voelde ik aankomen, en ik durfde weer naar buiten. Oud zeer verwerkte ik, en het leek beter te gaan.
Aangezien ik na bijna een jaar therapie ‘beter’ zou moeten zijn – althans, dat dacht ik – kreeg ik continu vragen als: “Hoe is het nou?”, “Gaat het al beter?”, “Ben je weer aan het werk?”, “Weet je al wat je wilt?”, “Je bent nog zo jong”, en “Ik dacht dat je sterk was.” Die laatste hakte erin. En ja, dat is echt tegen me gezegd.
Ik ging weer aan het werk, maar op de achtergrond bleven de klachten. Toch bleef ik mezelf pushen, over mijn grenzen heen, omdat het ‘beter’ ging. Na een paar maanden ging het uiteraard mis, en begon ik weer gesprekken met de psycholoog. Ik opperde autisme… “Nee, dat heb jij echt niet”, “Daar ben jij te hoogfunctionerend voor”, waren de reacties van zowel mijn psycholoog als huisarts. Ik wuifde het weg en ging verder. De nieuwe diagnose? Angststoornis, met PTSS-klachten.
Met een rugtas vol prachtige labels ging ik weer aan het werk en bleef ik netjes in therapie. Het ging met ups en downs. Opmerkingen als “Schouders eronder en gaan”, en “Je bent jong en je wilt wat”, bleven hangen. Het gevoel dat ik het nooit goed genoeg deed, beter mijn best moest doen en me niet zo ‘down’ moest voelen, overheerste. Want ja, hè, “zo is het leven”.
Het moederschap als katalysator
Het moederschap zette alles in een stroomversnelling. Na jaren van therapieën en periodes van overbelasting kon ik de zoektocht die nu op gang kwam niet langer negeren. Ik ging naar de huisarts, werd doorverwezen, en voor het eerst voelde ik me echt gehoord in mijn vermoedens. Vaak was me verteld dat ik te ‘hoogfunctionerend’ was voor autisme, maar na een reeks gesprekken en diepgaand onderzoek kreeg ik eindelijk mijn diagnose. Ik ben niet hoogfunctionerend, maar hoogmaskerend, weet ik nu. Wat er aan de buitenkant zichtbaar is, zegt niets over de interne last.
In dit proces leerde ik om van kinderen een voorbeeld te nemen. Zij ervaren de wereld nog zo open, zonder filters of verwachtingen. Wie bepaalt eigenlijk wat ‘normaal’ is? Het mooiste wat je kunt zijn, is jezelf – met al je unieke eigenAARDIGheden. Dit bevrijdende inzicht gaf me niet alleen meer zelfacceptatie, maar ook de ruimte om mijn zoon te ondersteunen in het zijn van zichzelf. Samen leren we dat er kracht schuilt in authenticiteit, en dat je, juist door jezelf te zijn, de meeste ruimte geeft aan de mensen om je heen.
Ik ben…
Kortom: ik ben een anders denkende, werkende dertiger, partner en moeder van inmiddels drie kinderen. Dit ‘anders denken’ kenmerkt zich door een eindeloze stroom gedachten en associaties, die weer sub-sub-sub-associaties oproepen. Kronkelende (soms doodlopende) zandweggetjes, die ik inmiddels wel ken. En dat slokt veel energie op.
Ik heb behoefte aan sociaal contact, mits ik er de mentale ruimte voor heb. Ik ben hyper-empathisch en juist te bewust van sociale cues. Die details kan ik dan tot in den treure analyseren en opslaan in een achterkamertje, waar ik er jaren later, bij de persoon in kwestie, nog steeds rekening mee houd.
Af en aan ben ik in therapie geweest. Dit heeft me veel inzicht gebracht en de motivatie om pas te stoppen als ik de ultieme bodem van het probleem had bereikt. Eind 2020 kreeg ik eindelijk een antwoord op de gefaalde vriendschappen, de opleidingen die ik niet kon afmaken en de baantjes die ik niet kon houden. School en werktaken waren op zichzelf niet moeilijk voor mij, maar het normatieve systeem maakte dat ik onderpresteerde en het niet volhield. De antwoorden hierop vond ik pas na mijn autisme-diagnose.
Omdat ik mezelf forceerde iemand te zijn die ik niet was, had ik terugkerende lichamelijke klachten. Ik was vaak ziek en had zelfs ledematen die compleet uitvielen. Deze weggestopte stressklachten uitten zich bij mij eerst fysiek; pas bij stilstand voelde ik ze ook mentaal. Maar dan was het al ver over mijn grens heen. Op dat moment voelde ik dat niet zo – ik wist niet beter. Dit was mijn overlevingsstand, al dertig jaar lang.
Ik herkende mezelf niet in het stigmatiserende, voorgeschotelde (media)beeld van autisme. Mijn psycholoog en huisarts kennelijk ook niet. Ik neem het ze niet kwalijk. Mijn pad had zo moeten zijn.
Het jarenlang negeren van mijn eigen behoeften en grenzen heeft diepe sporen nagelaten. Maar ik kan mijn toen onbegrepen klachten nu eindelijk plaatsen – en daar ben ik zó dankbaar voor.
Ik nam afscheid van wie ik dacht dat ik moest zijn, en omarmde eindelijk wie ik altijd al was, maar zelden liet zien.
Neurodivergent zijn bracht me dichter bij mijn kern.
Mijn, maar ook jouw unieke blik op de wereld is een kracht.
Weet dat.
X Nanda
_
Mijn naam is Nanda Cordes. Ik ben een anders denkende dertiger, een partner en moeder van 3. Graag schrijf ik over neurodivergentie, stigma, (dis)balans & ouderschap. Ik ben ervaringsdeskundig met autisme, HB, endometriose, fibromyalgie. ’In het dagelijks leven werk ik als Ervaringsdeskundige & Autismecoach.
Instagram: @deautismegids
LinkedIn: @deautismegids / @nanda-cordes